Home ›  Nieuws › Nieuwsartikel

“De waarde van kwaliteitszorg - het register vernieuwd”

woensdag 28 september 2011

Op vrijdag 9 september jl. vond in de Hermitage te Amsterdam het symposium De waarde van kwaliteitszorg – het register vernieuwd plaats. Het symposium, dat ter ere van het afscheid van de oude situatie en daarbij natuurlijk ook ter afscheid van Hanneke Nusselder (voorzitter van de Landelijke Adviescommissie voor museumregistratie/ LAC) en Anneke Hogeweg-Bos (secretaris LAC) is georganiseerd, gaf tevens een vooruitblik op het vernieuwde Museumregister. Bert Lever (voorzitter van de Stichting het Nederlands Museumregister/ SNMR) kondigde in zijn openingswoord aan dat zowel verleden, heden als toekomst deze middag centraal zouden staan, te starten met het verleden dat gememoreerd werd door Margriet Lestraden.

Ontstaansgeschiedenis van het Museumregister

Margriet Lestrade Lestraden Museum Consultancy en directeur Museum Rijswijk

In 1989 vloog Margriet naar Washington om onderzoek te doen voor haar afstudeerscriptie kunstgeschiedenis met als onderwerp: een vergelijkend onderzoek naar museumaccreditatie in de Verenigde Staten (VS), Canada en Groot Brittannië.

Accreditatie vindt zijn oorsprong in de VS in het onderwijs en begint in 1907. Accreditatie was niet alleen een product van die tijd, maar ook van de karakteristieken van de toenmalige samenleving: idealistisch, gemotiveerd, hervormingsgezind, gelovend in individueel initiatief en wantrouwend ten opzichte van de overheid. Het is een proces van analyseren, evalueren en beoordelen, waarderen. Een vrijwillig uitgevoerd, niet door de overheid gestuurd proces van zelfregulering, gericht op evaluatie en verbetering van de kwaliteit. De museumbranche in de VS wilde onderzoeken of een accreditatie ook voor de museumsector haalbaar was en in 1970 en na twintig jaar vergaderen, werd het systeem operationeel in de VS.

In Nederland zal dit dan nog zo’n 27 jaar duren. De invoering van de Gedragslijn voor museale beroepsethiek in november 1991 bij de ledenvergadering van de Museumvereniging (NMV) wordt gezien als “de eerste fase op weg naar museumnormering...”. Het Landelijk Contact van Museumconsulenten (LCM) en de NMV zijn de geestelijke vader en moeder in de personen van Jules Verschuuren en Annemarie Vels Heijn die geholpen door vele anderen de door het Engelse Registrationscheme geïnspireerde, maar op Nederlandse mogelijkheden gebaseerde Museumregistratie concipiëren, voorbereiden en vormgeven. In 1997 vind de werkelijke geboorte plaats. Het Reglement Museumregistratie wordt vastgesteld en het doel wordt als volgt omschreven: “het zichtbaar maken van de kwaliteit van de Nederlandse musea en daarmee het verantwoord beheer van het culturele erfgoed”.

Inmiddels is het bijna 15 jaar later. Jaren waarin vele musea hebben deelgenomen en 424 musea zijn geregistreerd. Jaren waarin de eerste jurisprudentie is ontstaan, waarin is ontdekt dat kleine musea wel degelijk professioneel kunnen opereren, waarin lastige dilemma’s moesten worden opgelost. Waarin gezocht werd naar de definitie van kwaliteit, waarin gezocht werd naar de rol van registratie. Tot op de uitnodiging van vandaag waarin nog altijd wordt gesproken over een kwaliteitscontrolesysteem in plaats van een kwaliteitsevaluatie.

Nu gaat Museumregistratie een nieuwe en meer volwassen fase in. Het systeem dat objectief kan beoordelen, het systeem dat collegiaal veroordelen tot het verleden doet behoren, het systeem dat uitnodigt tot discussie en uitwisseling van standpunten, het systeem dat het laboratorium is voor professionele groei, het systeem dat ons vak tot een openbaar en transparant vak maakt, waarin meer gemeten kan worden dan alleen de bezoekcijfers. Moge onze motieven altijd zuiver zijn en mag Museumregistratie behulpzaam zijn bij de groei van ons prachtige, niet altijd eenvoudige, maar altijd boeiende museumvak. Moge we met groot plezier bezig zijn met kwaliteit en excellence.

Op weg naar een vernieuwd museumregister

Bert Lever Voorzitter van de Stichting het Nederlands Museumregister en directeur van het Centraal Bureau voor Genealogie

Het belangrijkste dat Bert heeft mee te delen is dat het geen nieuw Museumregister wordt, maar dat het een herziening betreft: een vernieuwing.

De musea blijven geregistreerd, alleen de werkwijze wordt anders: een digitale vragenlijst die de musea jaarlijks indienen bij het museumregisterbureau via de website. De herijking zal nog steeds om de vijf jaar plaatsvinden, maar de branche hecht er belang aan dat kwaliteitszorg doorlopend een rol blijft spelen in musea in alle beslissingen en processen, daarom is er ieder jaar een verkorte versie van de vragenlijst verplicht: de zelfanalyse.

Inmiddels is de website klaar, is er een pilot geweest om het geheel te testen en zal het vernieuwde Museumregister op het Museumcongres gelanceerd worden.

Het register wil zich in de toekomst ook losmaken van beide ouders: de Museumvereniging (NMV) en het Landelijk Contact van Museumconsulenten (LCM) en als compleet onafhankelijke stichting gaan draaien, maar niet los van de sector. De sector heeft zelf de normen opgesteld aan de hand waarvan het Museumregister toetst.

Door toetsing en advisering uit elkaar te halen liggen de bezoeken (toetsing) niet meer bij de museumconsulenten. Dit zal voortaan door auditoren namens het Museumregister gedaan worden.

De NMV maakt ook geen onderdeel meer uit van het register, de kosten zullen dus door het veld zelf gedragen dienen te worden, dit zal gedaan worden door contributie te heffen. Hierin worden de staffels van het NMV nageleefd, iets minder voor kleine musea, iets meer voor de groten. Te denken valt in de orde van grootte van enkele honderden euro’s per jaar. In 2012 hoeft er nog geen contributie betaald te worden, dit zal pas vanaf 2013 ingaan.

Het museumregister vanuit politiek perspectief

Robert Verhoogt – Senior beleidsmedewerker Directie Cultureel Erfgoed Ministerie OCW

Vanuit het Ministerie OCW wordt kwaliteitszorg gezien als een belangrijk onderwerp zowel bij musea als andere culturele instellingen. Het is een manier om instellingen gestructureerd te laten kijken naar het eigen functioneren.

Hoewel we een groot belang hechten aan kwaliteitszorg is onze bijdrage echter bescheiden stelde Robert Verhoogt. We vinden het in de eerste plaats iets van de sector zelf. Kwaliteitszorg is iets van en voor musea.
OCW is ook de mening toegedaan dat het Museumregister in tijden van politieke en financiële druk belangrijke handvatten kan bieden om te werken aan de kwaliteit en het bestaansrecht van musea.

In het Rapport Enquête Nulmeting Kwaliteitszorg, dat werd geschreven in de aanloop naar de herziening van het Museumregister, waren verschillende geluiden te horen. Hiervan deelde Robert enkele opvallende met de toehoorders:

“De kans is groot dat het bijhouden van al deze kwaliteitssystemen ten koste van de kwaliteit gaat”

“Het zijn wel erg GROTE vragen, voor een klein museum”

“14 keer nee ingevuld”


De waarde van het schildje op de gevel

Judikje Kiers – Directeur Museum Ons’ Lieve Heer Op Solder (OLHOS) en Bijbels Museum

Het Museumregister is een belangrijk toetsingsinstrument voor de sector, het is een soort van KEMA-keur. De waarde van kwaliteitszorg is de titel van het symposium, Judikje denkt dan aan de waarde van het museumregister en ze is dol op waarde- en kwaliteitsdiscussies, heel graag zelfs, voedt die waarde! Er zijn natuurlijk verschillende waarden in het verleden benoemd: historische waarde, authenticiteitwaarde, belevingswaarde, sociale waarde, etc. En het museumregister zelf draagt bij aan sociale waarden: je behoort tot de groep als het schildje geregistreerd museum op je gevel prijkt.

Bij OLHOS prijkt het schildje niet aan de gevel in verband met de authenticiteitwaarde van het gebouw, maar dat is weer een ander verhaal. Eigenlijk is Judikje volgens eigen zeggen ‘de slechts denkbare spreker over het schildje aan de gevel als je het zo bekijkt’.

Judikje deelt mee ook een hekel aan formulieren te hebben en pas in 2005 voor het eerst aan de registratie meegedaan te hebben, die ‘14 keer nee ingevuld’ uit de bijdrage van Robert Verhoogt had dus van haar kunnen zijn… Maar het Museumregister maakt zo wel inzichtelijk waar je als museum nog aan dient te werken en is voer voor discussie intern en extern. Volgens Judikje mag bijvoorbeeld het stuk over publieksfaciliteiten wel wat uitgebreider in het Museumregister worden opgenomen. Het staat vast dat we als museumsector samen het vak dienen te professionaliseren door samen normen vast te stellen, wat ook is gebeurd in het traject naar de vernieuwing.

Judikje heeft het destijds aan velen verteld: ‘we zijn nu een geregistreerd museum’ en dat krijgt een steeds grotere waarde voor subsidies en sponsors. De Museumregistratie vraagt ook onderschrijving van de ethische code.

Om nog terug te komen op het schild van de museumregistratie: een schild is ook verdediging of een wapen en in onze samenleving en tijd van economische recessie kan het schild als een goed wapen en bescherming staan. Het beste wapen is immers nog altijd de verdediging. Het schildje is kwaliteit zichtbaar gemaakt: om de samenleving te tonen waar we voor staan.

Column

Lucette ter Borg – Romanschrijfster en kunstcritica

Kwaliteitszorg is per definitie waardevol, zeker in deze tijden van bezuinigingen (die voor een deel al zijn doorgevoerd). Kijk naar recente ontwikkelingen waarbij collectiestukken worden verkocht om de bedrijfsvoering op orde te krijgen. Verkoop mag geen kwestie van mode of een wisselvallige smaak zijn, dan krijg je een onbetrouwbaar en ongeloofwaardig museum.

Buffers creëer je op een andere manier, maar musea lijken die weg nog niet altijd gevonden te hebben. Wanneer een groot museum verbouwingsbudget tekort komt, gaat men niet over tot een burgerinitiatief waarbij men de mensen uit de eigen stad om een bijdrage vraagt. Draagvlak creëren is geen schande, zijn musea te schuchter of te verwend? Het ondernemerschap van musea kan verder uitgediept worden. (Subsidie willen) Behouden is een menselijke reflex in tijden van crisis, maar we kunnen ook samen proberen andere wegen te bewandelen om de bedrijfsvoering op orde te krijgen en houden. 

Verslaglegging
Franjola van Hellemond-Kreeuseler

43449 keer bekeken